Blote eigendom / naakte eigendom

De blote eigenaar is de eigenaar van een onroerende zaak, terwijl een ander een verdergaand genotsrecht op die onroerende zaak heeft. Door het recht van die ander heeft de blote eigenaar over het algemeen niet de directe beschikking over zijn zaak. De zaak zelf wordt het blote eigendom genoemd. Soms wordt door de genothebbende wel een vergoeding aan de blote eigenaar betaald. Het blote eigendom komt voor bij: * erfpacht * beklemming * recht van opstal * recht van vruchtgebruik * recht van gebruik of bewoning Het woord bloot heeft overigens niets met naaktheid, maar betekent enkel en alleen (vgl. het Duitse bloss). De betrokken persoon is dus alleen (maar) eigenaar.

Overzicht B (Toon alles)