Heb je een advocaat nodig? 

Wij helpen jou graag verder. 

  • Gratis intake gesprek
  • Analyse van jouw situatie
  • Vaste en gunstige tarieven
  • Platform van 70 gespecialiseerde advocaten
Meer info over online juridisch advies

Wat kan je doen als je domicilieaanvraag geweigerd werd omdat je student bent?

Wat kan je doen als je domicilieaanvraag geweigerd werd omdat je student bent?

Stel dat je als student reeds alleen bent gaan wonen (of toch niet meer bij je ouders). En toen je probeerde je domicilie te wijzigen naar je nieuwe woning, werd dit steeds geweigerd door de stad op basis dat je nog steeds student bent. Wat kan je doen om ervoor te zorgen dat je hiervoor geen boete krijgt van de Vlaamse belastingdienst?

Dit is een algemeen advies en niet noodzakelijk toepasbaar op jouw situatie. Als je in een gelijkaardige situatie zit en je wilt zekerheid over je rechten, win dan zeker onze expertise in. Jureca levert steeds advies aan een vaste prijs.

Inschrijving in de gemeente

De stad verschuilt zich achter artikel 18§3.11 van het KB van 16 juli 1992 betreffende de bevolkingsregisters en de vreemdelingenregisters om personen, zonder naar de werkelijke situatie te kijken, de inschrijving te weigeren zolang zij student zijn én ten laste zijn van hun ouders.

Artikel 16 van hetzelfde koninklijk besluit stelt: 

De bepaling van de hoofdverblijfplaats is gebaseerd op een feitelijke situatie, dat wil zeggen de vaststelling van een effectief verblijf in een gemeente gedurende het grootste deel van het jaar.
Deze vaststelling gebeurt op basis van verschillende elementen, met name de plaats waarheen de betrokkene gaat na zijn beroepsbezigheden, de plaats waar de kinderen naar school gaan, de arbeidsplaats, het energieverbruik en de telefoonkosten, het gewone verblijf van de echtgenoot of van andere leden van het huishouden.

Volgens artikel 8 van de wet van 19 juli 1991 betreffende de bevolkingsregisters, de identiteitskaarten, de vreemdelingenkaarten en de verblijfsdocumenten en tot wijziging van de wet van 8 augustus 1983 tot regeling van een Rijksregister van de natuurlijke personen, bepaalt de Minister tot wiens bevoegdheid Binnenlandse Zaken behoort, bij betwistingen in verband met het hoofdverblijf, de plaats ervan, na zo nodig een onderzoek ter plaatse te hebben laten uitvoeren.

De betwisting wordt binnen de dertig kalenderdagen na de beslissing van de gemeente (ambtshalve inschrijving, ambtshalve afvoering, weigering tot inschrijving) schriftelijk voorgelegd aan de Minister van Binnenlandse Zaken (Algemene Directie Instellingen en Bevolking – Park Atrium – Koloniënstraat 11 – 1000 BRUSSEL) door een van de partijen met alle informatie die nuttig is bij de bepaling van de hoofdverblijfplaats alsmede de volledige identificatiegegevens (naam, voornamen, geboortedatum, adres van de laatste hoofdverblijfplaats, identificatienummer bij het Rijksregister wanneer het verzoek wordt ingediend door een gemeente). Voor de buitenlandse onderdanen preciseert de betrokken gemeente of ze toegelaten of gemachtigd zijn tot het verblijf of de vestiging. Als dat niet het geval is, wordt het dossier doorgestuurd naar de Algemene Directie van de Dienst Vreemdelingenzaken.

Je zou dus een nieuwe aanvraag tot inschrijving kunnen doen, deze staven met de nodige documentatie (niet meer ten laste van ouders, eigendomstitel appartement, overeenkomsten met nutsbedrijven, …). 

Geld sparen op de registratiebelastingen

Wie een gezinswoning of een bouwgrond koopt en op dat moment geen andere woning bezit, betaalt op de eerste schijf van 15.000 euro geen registratiebelasting. Dat levert een besparing op van 1.500 euro bij het gebruikelijke tarief van 10 % en van 750 euro bij een klein beschrijf.

Voorwaarde is dat de koper binnen twee jaar zijn hoofdverblijfplaats vestigt in de aangekochte woning of binnen vijf jaar bij de aankoop van een bouwgrond.

Voor het vestigen van de hoofdverblijfplaats geldt de inschrijving in het bevolkingsregister als vermoeden (zie onder andere Vlabel Standpunt 14025-2 van 22 december 2014). Als dit, door omstandigheden, niet kan worden voorgelegd kan men opnieuw de vestiging van de hoofdverblijfplaats bewijzen door feitelijke elementen.

Het loont dus de moeite om een bezwaarschrift op te stellen met betrekking tot het aanslagbiljet en daarin aan te voeren dat er sprake is van effectieve vestiging van de hoofverblijfplaats volgens de definitie hierboven uiteengezet.

Wat moet je nu dus doen?

Opnieuw de inschrijving aanvragen en tijdig beroep instellen bij de minister van Binnenlandse Zaken. Hierbij aandringen op retroactieve inschrijving.

Het aanslagbiljet van de Vlaamse overheid betwisten door tijdig (binnen de drie maanden na de derde werkdag vermeld op het aanslagbiljet) bezwaar in te dienen bij VLABEL en te verwijzen naar de feitelijke omstandigheden.

 

Dit is een algemeen advies en niet noodzakelijk toepasbaar op jouw situatie. Als je in een gelijkaardige situatie zit en je wilt zekerheid over je rechten, win dan zeker onze expertise in. Jureca levert steeds advies aan een vaste prijs.