Heb je een advocaat nodig? 

Wij helpen jou graag verder. 

  • Gratis intake gesprek
  • Analyse van jouw situatie
  • Vaste en gunstige tarieven
  • Platform van 70 gespecialiseerde advocaten
Meer info over online juridisch advies

Agressieve handelspraktijken

De wet definieert een agressieve handelspraktijk als volgt in art. 101 en 102, boek VI WER:

‘Als agressief wordt beschouwd een handelspraktijk jegens consumenten die, in haar feitelijke context, al haar kenmerken en omstandigheden in aanmerking genomen, door intimidatie, dwang, inclusief het gebruik van lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, de keuzevrijheid of de vrijheid van handelen van de gemiddelde consument met betrekking tot het product aanzienlijk beperkt of kan beperken, waardoor hij ertoe wordt gebracht of kan worden gebracht over een transactie een besluit te nemen dat hij anders niet had genomen.'

Om te bepalen of er bij een handelspraktijk gebruik wordt gemaakt van intimidatie, dwang, inclusief lichamelijk geweld, of ongepaste beïnvloeding, wordt rekening gehouden met:

  1. Het tijdstip, de plaats, de aard en de persistentie van de handelspraktijk;
  2. Het gebruik van dreigende of grove taal of gedragingen;
  3. Het bewust uitbuiten door de onderneming van bepaalde tegenslagen of omstandigheden die zo ernstig zijn dat zij het beoordelingsvermogen van de consument kunnen beperken, met het oogmerk het besluit van de consument met betrekking tot het product te beïnvloeden;
  4. Door de onderneming opgelegde, kosten meebrengende of bovenmatige niet-contractuele belemmeringen ten aanzien van rechten die de consument uit hoofde van het contract wil uitoefenen, waaronder het recht om het contract te beëindigen of een ander product of een andere onderneming te kiezen;
  5. Het dreigen met maatregelen die wettelijk niet kunnen worden genomen’
  6. De consument thuis opzoeken en zijn verzoek om weg te gaan of niet meer terug te komen negeren, behalve indien, en voor zover gerechtvaardigd volgens de wettelijke of reglementaire bepalingen, wordt beoogd een contractuele verplichting te doen naleven;
  7. Hardnekkig en ongewenst aandringen per telefoon, fax, e-mail of andere afstandsmedia, onverminderd :
    1.  de wettelijke of reglementaire bepalingen die dit toelaten om de uitvoering van een contractuele verplichting te verzekeren;
    2.  artikel VI.110; en
    3. artikel XII. 13;
  8. Een consument die op grond van een verzekeringspolis een vordering indient, om documenten vragen die redelijkerwijs niet relevant kunnen worden geacht om de geldigheid van de vordering te beoordelen, dan wel systematisch weigeren antwoord te geven op daaromtrent gevoerde correspondentie, met de bedoeling de consument ervan te weerhouden zijn contractuele rechten uit te oefenen;
  9. Kinderen er in reclame rechtstreeks toe aanzetten om geadverteerde producten te kopen of om hun ouders of andere volwassenen ertoe over te halen die producten voor hen te kopen;
  10. Vragen om onmiddellijke dan wel uitgestelde betaling of om terugzending of bewaring van producten die de onderneming heeft geleverd, maar waar de consument niet om heeft gevraagd;
  11. De consument uitdrukkelijk meedelen dat, als hij het product niet koopt, de baan van de betrokkene of de bestaansmiddelen van de onderneming in het gedrang komen;
  12. De bedrieglijke indruk wekken dat de consument al een prijs heeft gewonnen of zal winnen dan wel door een bepaalde handeling te verrichten een prijs zal winnen of een ander soortgelijk voordeel zal behalen,                                                                - als er in feite geen sprake is van een prijs of een ander soortgelijk voordeel; of                                                                            - als het ondernemen van stappen om in aanmerking te kunnen komen voor de prijs of voor een ander soortgelijk voordeel           afhankelijk is van de betaling van een bedrag door de consument of indien daaraan voor hem kosten zijn verbonden.

Probleem bij agressieve handelspraktijken is het bewijs. Men zal zelden het bewijs kunnen leveren dat men het slachtoffer was van een agressieve handelspraktijk. Deze praktijken laten immers zelden een spoor achter.

Om deze reden zal men meestal enkel gebruik maken van de ‘zwarte lijst’ van art. 103, boek VI WER en zelden van de open norm.